Door Marc Baldwin, Wildlife Online (https://www.wildlifeonline.me.uk/questions/answer/do-slug-pellets-pose-a-risk-to-hedgehogs), vertaald door Egelwerkgroep Nederland Onderaan dit artikel is het statement van Egelwerkgroep Nederland over het gebruik van slakkenkorrels te lezen.
Samenvatting De meest gebruikte slakkenkorrels in privétuinen bevatten metaldehyde. Van deze chemische stof is bekend dat het voor veel dieren toxisch (giftig) is als het in voldoende hoge concentraties wordt ingenomen. De LD50 van metaldehyde voor de egel is ongeveer 500 mg/kg. Dat betekent dat er ongeveer 500 mg metaldehyde nodig is om een egel van 1 kg te doden, ongeveer 1700 korrels1. Dat klinkt misschien als een onwaarschijnlijk hoge dosis, wat suggereert dat het risico van vergiftiging klein is. Toch zijn er casussen bekend waarbij pathologen een metaldehydevergiftiging als doodsoorzaak hebben aangewezen bij egels2. Deze egels vertoonden vaak dronkenachtig ‘wankel’ gedrag. Daarnaast verkleinen slakkenkorrels het voedselaanbod voor de egel, wat gevolgen kan hebben voor de soort en het ecosysteem. Egelwerkgroep Nederland raadt het gebruik van alle soorten slakkengif daarom ten zeerste af. En daarbij: de egel is de meest natuurlijke slakkenbestrijder voor je tuin!
Traditionele slakkenkorrels kunnen worden verdeeld in drie groepen op basis van hun belangrijkste actieve ingrediënt: methiocarb, thiodicarb en metaldehyde. De eerste twee soorten worden vrijwel uitsluitend in de commerciële landbouw gebruikt, terwijl metaldehydekorrels ook in privétuinen worden gebruikt. Het zijn daarom de metaldehydekorrels waar dit artikel zich voornamelijk op zal richten, omdat deze door de meeste hobbytuiniers gebruikt worden. Metaldehyde wordt voornamelijk gebruikt vanwege zijn zeer specifieke toxiciteit; hoewel het niet geheel onschadelijk is voor andere diersoorten, is deze stof het meest toxisch voor slakken. De stof kan dan ook in lagere doses worden gebruikt.
Het ontstaan en de werking van slakkenkorrels
Metaldehyde als molluscicide (een chemisch bestrijdingsmiddel tegen slakken) werd per ongeluk ontdekt in de jaren dertig van de vorige eeuw. In een rapport uit 1940 schreef bioloog C.T. Grimingham, van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, Visserij en Voeding:
"Een vrouw die 'meta-fuel' [metaldehyde in tabletvorm] gebruikte om haar krultang te verwarmen en de resten uit het raam gooide, observeerde later een verzameling dode slakken.”
In 1937 werkte Grimingham samen met H.C.F. Newton aan een kort artikel in het Journal of the Ministery of Agriculture, waarin zij de effectiviteit van metaldehyde als slakkenbestrijder beschreven. Op basis van hun experimenten op koolzaad- en tarwegronden, vonden Grimingham en Newton geen enkel bewijs dat andere bodemongewervelden dan slakken aangetast werden door metaldehyde. Een recentere en uitgebreidere studie3 ondersteunde de bevindingen van Grimingham en Newton. Hierbij werd de impact van methiocarb en metaldehyde op regenwormen (Lumbricus terrestris), kortschildkevers (Aleochara bilineata) en vier soorten loopkevers getest, waarbij werd geconcludeerd dat:
"...metaldehyde vertoonde geen of verwaarloosbare toxische effecten, terwijl methiocarb toxisch was voor kevers en de regenwormen deactiveerde."
In dit onderzoek betekende 'deactivatie' van regenwormen dat methiocarb ervoor zorgde dat de regenwormen niet meer aten of zich terugtrokken in hun hol.
Metaldehyde wordt afgebroken tot ethanal, ook bekend als aceetaldehyde, wat vooral de slijmcellen van slakken lijkt te beïnvloeden. Binnen een paar dagen breekt ethanal af om koolstofdioxide en water te vormen. Voor een goed overzicht van metaldehyde en hoe het reageert in omgeving en milieu, verwijzen we naar een artikel van M. Bieri (The Environmental Profile of Metaldehyde, opent PDF in nieuw venster). Maar wat is een slakkenkorrel en wat doet het met slakken? Slakkenkorrels (die met metaldehyde, waarop we in deze alinea zullen focussen) bevatten drie hoofdcomponenten: metaldehyde in een concentratie van ongeveer 3%, wat neerkomt op ongeveer 30 mg per gram korrels; zemelen om de slakken aan te trekken; en een blauwe kleurstof. De blauwe kleurstof wordt toegevoegd om te voorkomen dat vogels te pellets eten. Laboratoriumstudies hebben gesuggereerd dat vogels minder geneigd lijken te zijn om blauwe voorwerpen te pikken. Zo werd ontdekt dat huismussen sterk verminderde interesse hadden in het eten van zaden met een blauwe coating4. Tijdens een soortgelijke studie naar epauletspreeuwen werden vergelijkbare resultaten gevonden5. De theorie is dat vogels blauwe objecten waarschijnlijk vermijden omdat ze nieuw zijn; er is niets in hun natuurlijke dieet van dezelfde kleur.
Veel kennis over hoe slakkenkorrels slakken beïnvloeden, komt van het werk van weekdierenbioloog Rita Triebskorn van de Universiteit van Tübingen in Duitsland. De precieze mechanismen waarmee metaldehyde werkt vallen buiten het bestek van dit artikel, maar het volstaat om te zeggen dat Triebskorn en haar collega's hebben ontdekt dat het grote veranderingen aanbrengt in de structuur van mucocyten in slakken. De mucocyten, de cellen die slijm produceren en afscheiden, produceren daardoor overmatig veel slijm, wat de slak fataal wordt.
Slakkenkorrels & toxiciteit
Voordat we kunnen ingaan op de effecten die slakkenkorrels met metaldehyde hebben op egels, moeten we eerst weten hoe we toxiciteit (d.w.z. hoe giftig een stof is) meten bij dieren. De meest gebruikelijke methoden voor het uiten van toxiciteit zijn de letale dosis 50 of letale concentratie 50 voor waterdieren; vaak afgekort als respectievelijk LD50 en LC50. Kort gezegd, deze waarden vertellen je de concentratie die nodig is om de helft (oftewel 50%) te doden van de groep van elke soort waarop je het test.
Er zijn een aantal problemen als het gaat om LD- en LC-tests. Zo geven ze geen indicatie van de onderliggende werking van de geteste stoffen. Ook kunnen de effecten van gifstoffen verschillen per toedieningswijze (bijvoorbeeld als ze op de huid worden aangebracht of worden ingeslikt); de toxiciteit kan variëren op individuele basis en tussen soorten, soms in aanzienlijke mate; en de gevoeligheid van een dier voor een gif kan afhangen van de andere voedingsmiddelen in zijn dieet. Ook zijn er verschillende ethische bezwaren tegen LD- en LC-tests, waardoor dergelijke onderzoeken maar beperkt worden uitgevoerd.
Volgens de World Health Authority varieert de LD50 van metaldehyde sterk. Bij honden kan de LD50-waarde variëren van 100 tot 1000 mg/kg (d.w.z. 100 mg toegediend per kilogram hond), afhankelijk van het ras. De LD50-waarde bij katten ligt rond de 207 mg/kg en bij ratten van 227 tot 690 mg/kg. Menselijke sterfgevallen (over het algemeen kinderen) na inname van metaldehyde zijn geregistreerd en het zou gebruikt zijn in ten minste twee moorden6! Bij mensen omvatten de symptomen van metaldehydevergiftiging maagkrampen, misselijkheid, diarree, koorts en stuiptrekkingen – uiteindelijk kunnen de symptomen eindigen in coma en de dood.
Een opvallend kenmerk van metaldehydevergiftiging bij mensen is het geheugenverlies. In een artikel uit 1982 aan de Western Journal of Medicine rapporteerden artsen W.T. Longstreth Jr. en David Pierson over het geval van een vrouwelijke schoolleraar die 470 ml vloeibaar slakkengif had ingeslikt als schijnbare zelfmoordpoging. Het herstel van de vrouw werd gehinderd door "langdurig geheugen en psychomotorische disfunctie" - met andere woorden, ze had problemen met haar geheugen en het coördineren van haar bewegingen. In een persoonlijke communicatie met Nigel Reeve (genoemd in Hedgehogs), legde Les Stocker (natuurexpert en oprichter ‘Tiggywinkels’, het eerste hospitaal voor wilde dieren in de UK) uit dat metaldehyde-vergiftigde egels verhoogde overgevoeligheid en prikkelbaarheid vertonen. In The Complete Hedgehog, legt Stocker uit dat uit zijn ervaring de "klassieke symptomen van metaldehydevergiftiging" extreme opwinding en tremoren zijn, met spierverstijving en zelfs gedeeltelijke verlamming.
Slakkenkorrels & egels
Over het algemeen wordt aangenomen dat directe consumptie van slakkenkorrels door egels onwaarschijnlijk is, en als ze slakken zouden eten die gedood zijn door metaldehydekorrels, dan zouden ze een aanzienlijke hoeveelheden moeten eten. Ondanks dergelijke veronderstellingen zijn er eigenlijk weinig gegevens over metaldehydetoxiciteit bij egels. Pat Morris schreef in zijn The New Hedgehogs Book dat hij, nadat hij naar verschillende producenten van slakkenkorrels had geschreven, werd verwezen naar het onderzoek van professor Christian Schlatter in Zwitserland, die de eerste persoon was die het probleem onderzocht. Schlatter ontdekte dat de LD50 van metaldehyde voor egels ongeveer 500 mg/kg was, wat suggereert dat het ongeveer 500 mg zou kosten om een egel van 1000 g (1 kg) te doden1.
Op basis van de schatting van Schlatter is berekend dat een egel ongeveer 5000 vergiftigde slakken zou moeten eten voordat deze het LD50-niveau bereikt. Uitgaande van het feit dat slakkenkorrels meestal ongeveer 3% metaldehyde bevatten (d.w.z. 1g korrels bevat 0,03 g of 30 mg metaldehyde), dan zou een egel van 1 kg zo’n 16,7 gram korrels op een avond moeten eten. Als we bedenken dat slakkenkorrels elk ongeveer 10 mg wegen, zou een egel 1670 pellets moeten eten om deze LD50-dosis te bereiken. Beide scenario's lijken zeer onwaarschijnlijk en het is niet moeilijk in te zien waarom de dood als een direct gevolg van metaldehydevergiftiging als even onwaarschijnlijk wordt beschouwd. Niets van dit alles sluit echter uit dat egels sommige slakkenkorrels consumeren en mogelijk lijden onder de gevolgen daarvan, zij het waarschijnlijk op vrij zeldzame basis.
In een paper in The Veterinary Record in 1991 presenteerden dierenartsen Ian Keymer, E.A. Gibson en Debby Reynolds2 hun analyse van de doodsoorzaken voor 74 egels afkomstig van 65 locaties rond East Anglia, Engeland. Vijfendertig karkassen werden getest op metaldehyde, waarvan drie individuen waarschijnlijk waren gestorven aan metaldehydevergiftiging. Eén egel had een metaldehyde-concentratie van 80 mg/kg in de lever, wat suggereert dat het in de bloedbaan was opgenomen, terwijl de andere twee 40 mg/kg acetaldehyde (een metaldehyde-afbraakproduct) in hun maag bleken te hebben. Vier andere egels bleken een subletale concentratie (minder dan 20 mg/kg) van metaldehyde in hun maag of nieren te hebben. Verwijzend naar een gesprek met Mark Fletcher in het Central Science Laboratory in York, schreven Keymer en zijn collega's:
"Fletcher gaat ervan uit dat egels vergiftigd zijn door het eten van op metaldehyde gebaseerde korrels in plaats van het eten van slakken vergiftigd door de chemische stof."
Tijdens zijn studie aan het Duitse federale onderzoekscentrum in Münster ontdekte Hubert Gemmeke dat egels slakkenkorrels zouden eten; methiocarb-korrels waren blijkbaar driemaal smakelijker dan die met metaldehyde. Methiocarb is significant toxischer dan metaldehyde. Gemmeke berekende dat als een egel alle methiocarbkorrels eet waar het mee in contact komt tijdens het foerageren, het LD50-niveau in slechts twee vierkante meter zou kunnen worden bereikt. Er is gesuggereerd dat egels een grotere kans hebben om het LD50-niveau te bereiken als ze slakkenkorrels én vergiftigde slakken eten tijdens het foerageren. Dit lijkt plausibel, hoewel sommige auteurs hebben waargenomen dat egels argwanend zijn bij een stervende prooi, ondanks hun neiging om aas te eten. Bovendien wil het niet zeggen dat wanneer egels slakkenkorrels in een laboratorium eten, ze dit als voorkeur boven ander voedsel hebben wanneer ze op natuurlijke wijze foerageren. Desalniettemin zijn er verschillende opvangcentra voor wilde dieren die elk jaar egels binnenkrijgen die tekenen van metaldehydevergiftiging vertonen. In The Complete Hedgehog schreef Les Stocker:
"Toch denk ik dat, voornamelijk jonge, egels, slakkenkorrels zullen oppikken, likken en kauwen, vooral als een stimulans voor een eigenaardige egeltrekje, het speekselen."
Slakkenkorrels & egels
Hoewel een egel geen 1670 slakkenkorrels in één keer eet, of zelfs niet in de loop van een nacht, suggereren sommige auteurs dat toxische accumulatie een probleem zou kunnen zijn. Wanneer een dier of plant bepaalde chemicaliën inneemt, met name in vet oplosbare chemicaliën, kunnen deze zich na verloop van tijd in de weefsels ophopen als de chemicaliën niet zo snel kunnen worden uitgescheiden of afgebroken als ze worden opgenomen. Dit proces wordt bioaccumulatie genoemd.
Hoewel een enkele egel misschien nooit in de buurt komt van het eten van de 5.000 slakken die nodig zijn om de volle LD50 in één nacht te bereiken, kan hij gemiddeld twee vergiftigde slakken per nacht gedurende twee jaar eten, wat kan leiden tot de accumulatie van metaldehyde in 7300 slakken; meer dan genoeg om de LD50 te bereiken. Vanzelfsprekend is dit een heel eenvoudig scenario is dat niet in overweging neemt dat egels, of slakken, metaldehyde kunnen afbreken in onschadelijke of minder schadelijke componenten, of dat egels niet alle metaldehyde die aanwezig is in een dode slak kunnen absorberen; maar het is een voorbeeld van wat we bedoelen met bioaccumulatie.
Ondanks bezorgdheid, zijn er momenteel geen aanwijzingen dat metaldehyde accumuleert in het milieu. Markus Bieri wees in zijn bespreking van metaldehyde1 erop dat het wordt afgebroken tot ethanal, en vervolgens water en koolstofdioxide. In termen van bioaccumulatie lijkt methiocarb echter aanzienlijk meer problematisch te zijn. In haar fascinerende overzicht van de effecten van mollusciciden op egels (klik hier voor het artikel), geproduceerd in samenwerking met The Mammal Trust en Royal Holloway University, schreef Jo Brunner:
"Ongeacht de nauwkeurigheid van de LD50-waarden, blijft het dat toxische residuen [van methiocarb] worden aangetroffen in slakken en wormen die kunnen worden doorgegeven aan een foeragerende egel."
Daarnaast wordt er gesuggereerd dat als egels ontmoedigd worden om slakken te eten dankzij de hoeveelheid slijm die ze produceren, vergiftigde slakken aantrekkelijker zijn, aangezien het gif de afscheiding van slijm verminderd. Een interessante serie experimenten door Jacqueline Mair en Gordon Port aan de Universiteit van Newcastle upon Tyne, testte het effect van slijmsecretie op het vermogen om slakken te pakken door twee keversoorten. De resultaten werden gepubliceerd in het tijdschrift Biocontrol Science and Technology in 2002. Ze concludeerden het volgende:
“Resultaten geven een indicatie dat deze generalistische keversoorten niet in staat zijn het de slijmsecretie van gezonde slakken te overwinnen. Slakken met een niet fatale dosis molluscicide zijn mogelijk een geschiktere prooi dankzij een verminderde afweer en dus verminderde slijmsecretie.”
Fijn en subtiel vergif
Er is ook bezorgdheid geuit dat metaldehyde een lange termijn bedreiging voor egels kan vormen, doordat dit het gedrag en de voortplanting zou kunnen beïnvloeden. Het lijkt erop dat er geen gegevens zijn over de invloed van metaldehyde op voortplanting bij egels, hoewel er wél is aangetoond dat metaldehyde de voortplanting bij ratten nadelig beïnvloedt en de overlevingskansen van de jongen vermindert. In het begin van de jaren negentig bood Hubert Gemmeke aan zes egels dode slakken aan, welke vergiftigd waren met slakkenkorrels. Gemmeke observeerde geen duidelijke fysiologische of gedragseffecten bij de egels, zelfs niet bij de dieren die bijna alle 200 aangeboden slakken aten.
Meer recentelijk probeerde Uwe Plümer, in dezelfde instelling in Münster, vast te stellen of blootstelling aan metaldehyde een waarneembaar effect had op egelgedrag7. Hierbij werden verschillende concentraties metaldehyde getest op 21 egels. Plümer vond dat een gemiddelde dosis van 70 mg/kg ertoe leidde dat de helft van de egels een merkbare afname van de locomotorische activiteit vertoonde; de egels bewogen zich veel minder dan de egels die niet waren blootgesteld aan het gif. Een directe blootstelling aan metaldehyde lijkt een schadelijk effect op egels te hebben, hoewel het nog steeds onbekend is of het waarschijnlijk is dat egels tijdens hun dagelijkse activiteiten aan voldoende hoge concentraties zullen worden blootgesteld.
Een "wankele" egel, die symptomen vertoont die in overeenstemming zijn met metaldehydevergiftiging. - Credits: Toni Bunnell
Slakkengif zou tevens schadelijk zijn doordat het de potentiële prooien van egels verkleint. Eerder hebben we al gezien dat er weinig aanwijzingen zijn dat metaldehyde, in tegenstelling tot methiocarb, een significante bedreiging vormt voor de meeste andere ongewervelden. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat andere bodemongewervelden zwaar worden getroffen door het gebruik van metaldehyde-slakkenkorrels. Hoe zit het dan met de slakkenpopulatie? Er is weinig bekend over de invloed van slakkenkorrels op de slakkenpopulatie. In feite wordt een potentiële prooi weggenomen wat, vooral in gebieden met minder voedselaanbod zoals in steden, nadelige gevolgen kan hebben voor de egel.
Hebben we tot slot enig idee hoeveel egels er elk jaar door slakkenkorrels worden gedood? Nee, dat hebben we niet. De Wildlife Incident Investigation Scheme (WIIS) is opgezet door DEFRA en wordt gecoördineerd door de Wildlife Incident Unit van het Central Science Laboratory in York met als doel onderzoek te doen naar "de dood van dieren in het wild, inclusief nuttige insecten en sommige huisdieren, waarbij bewijs aanwezig is dat pesticidevergiftiging mogelijk een rol speelt." Egels komen weinig voor in de WIIS-rapporten en van alle rapporten die via hun website beschikbaar zijn (1998-2007), zijn er geen gegevens over egels die vergiftigd zijn met slakkenkorrels. In feite verschijnt er slechts één record van pesticidenvergiftiging bij een egel; twee dieren werden in september 2004 vergiftigd door bromadiolon (rattengif) in Norfolk nadat ze blijkbaar toegang kregen tot een verkeerd gezette val. De relatieve schaarste aan egels in deze rapporten is niet onverwacht: egels zijn kleine, solitaire, nachtdieren en als zodanig worden ze waarschijnlijk over het hoofd gezien. Hoe zit het met ‘biologische’ slakkenkorrels? (door Egelwerkgroep Nederland) De bekende Escar-Go, of slakkenkorrels met ijzerfosfaat of ferri fosfaat, hoe schadelijk zijn die voor egels? Het pakje beloofd een ‘natuurlijke’ slakkenbestrijder, biologisch en milieuvriendelijk. Onderzoek toonde eerder al aan dat het gebruik van ijzerfosfaat een negatief effect heeft op regenwormen8. Ook ‘biologische’ slakkenbestrijders nemen een potentiële prooi weg, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de egel. Het gebruik van deze slakkenkorrels raden wij daarom af. In een toekomstig artikel gaan wij hier verder op in.
Wat vindt Egelwerkgroep Nederland? De ‘professionele’ slakkenbestrijders met als ingrediënt methiocarb of thiodiocarb zijn significant toxischer dan slakkenkorrels met metaldehyde als ingrediënt, en kunnen dodelijk zijn voor egels en andere dieren. Als het om ‘huis-tuin-en-keuken’ slakkengif (met metaldehyde als ingrediënt) gaat reikt de theorie helaas niet erg ver. Ook komt de theorie niet altijd overeen met de praktijk. In theorie zou een egel van 1 kg ongeveer 500 mg metaldehyde moeten binnenkrijgen om hieraan te sterven, ongeveer 1700 slakkenkorrels. Dat klinkt misschien als een onwaarschijnlijk hoge dosis, wat suggereert dat het risico op vergiftiging klein is. Toch zijn er casussen bekend waarbij pathologen een metaldehydevergiftiging als doodsoorzaak hebben aangewezen bij egels. Deze egels vertoonden vaak dronkenachtig ‘wankel’ gedrag. Daarnaast verkleinen slakkenkorrels het voedselaanbod voor de egel, wat gevolgen kan hebben voor de soort en het ecosysteem. Egelwerkgroep Nederland raadt het gebruik van alle soorten slakkengif daarom ten zeerste af. En daarbij: de egel is de meest natuurlijke slakkenbestrijder voor je tuin!
Referenties:
1 C. Schlatter (1976): Gefährdung des Igels durch Schneckengift? - Institut für Toxikologie der Eidgenössischen Technischen Hochschule und der Universität Zürich
2 I.F. Keymer, E.A. Gibson, D.J. Reynolds (1991): Zoonoses and other findings in hedgehogs (Erinaceus europaeus): a survey of mortality and review of the literature. Veterinary Record
3 L. Samsoe-Petersen, M. Bieri, W. Buchs (1992): Interpretation of laboratory measured effects of slug pellets on soil dwelling invertebrates. Aspects of Applied Biology
4 I.M. Pawlina, G. Proulx (1996): Study of house sparrow (Passers domesticus) feeding preference to natural color and guard coat blue coated seeds. Crop Protection
5 M.L. Avery, J.S. Humphrey, D.G. Decker, A.P. McGrane (1999): Seed Color Avoidance by Captive Red-Winged Blackbirds and Boat-Tailed Grackles. The Journal of Wildlife Management
6 M Ludin (1958): Murder by metaldehyde poisoning. Schweizerische Medizinische Wochenschrift (Swiss Medical Weekly)
7 U. Plümer (2006): Untersuchungen zu Verhaltensänderungen bei Igeln (Erinaceus europaeus L.) durch Aufnahme des Molluskizids Metaldehyd. Mitteilungen aus der Biologischen Bundesanstalt
8 A.M. Langan, E.M. Shaw (2006): Responses of the earthworm Lumbricus terrestris (L.) to iron phosphate and metaldehyde slug pellet formulations. Applied Soil Ecology
Comments